We hebben een aangeboren, onbewuste wil om te lopen en praten. Wij komen ter wereld met een verzameling reflexen die in een specifieke volgorde opkomen en ontwikkelen, soms parallel en vervolgens inhiberen.
Deze reflexen zijn de primitieve en houdingsreflexen. Naast dat ze het mogelijk maken om te overleven en voeding binnen te krijgen om te groeien, ondersteunen deze reflexen het leerproces omdat ze ons laten wurmen, ons hoofd laten optillen en draaien, omrollen, zitten, schommelen, kruipen, stappen, lopen, rennen, hinkelen en springen.
Wanneer de reflexen niet opkomen of zich niet sterk ontwikkelen, kan de neurologische en fysieke ontwikkeling gestoord worden en resulteren in milde of ernstige problemen.
Er zijn vele primitieve- en houdingsreflexen. De reflexen waar ik het meeste mee werk zijn de reflexen die betrokken zijn bij balans, ruimtelijk inzicht, coördinatie en gezichtsvermogen. De volgende reflexen worden getest of ze nog aanwezig zijn:
- Angst- verlammingsreflex
- Mororeflex
- Palmairreflex
- Plantairreflex
- Zuig- zoekreflex
- Asymmetrische Tonische Nekreflex
- Galantreflex
- Tonische Labyrintreflex
- Symmetrische Tonische Nekreflex
- Vestibulairreflex
- Nekoprichtingsreflex
- Amfibiereflex
Met behulp van oefeningen wordt de voortgang en integratie van de reflexen geholpen. Hierdoor helpen ze gedrag, leren en intellectuele ontwikkeling, samen met houding (grove en fijne motoriek), gezichtsvermogen en oog-hand-coördinatie. Alles bij elkaar worden handschrift, lezen, concentreren en leren in het algemeen ondersteund door deze activiteiten.